Feestrede Bob Evers-dag Apeldoorn

Jubileumrede Bob Evers-dag

Door Geerten Meijsing

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Geachte aanwezigen,

Als het zo lijkt dat het Bob Evers-genootschap schittert door afwezigheid, komt dat omdat dit genootschap altoos in het geheim heeft geopereerd en zich nooit op de voorgrond heeft willen dringen.

De statuten van het Genootschap zijn op een regenachtige decemberdag in 1972 plechtig begraven op de plaats, voor het Centraal Station te Amsterdam, waar nu weer het Noord-Zuidhollands Koffiehuis herrezen is. (Een van de verworvenheden waar het genootschap prat op gaat, is dat zij ertoe heeft bijgedragen dat dit gebouw weer terug is gezet op de plaats waar het is afgebroken. Vraag: in welke avonturen van onze drie helden speelt dit Koffiehuis een rol?)

Helaas is dus niet meer te achterhalen wat er in die statuten heeft gestaan. Maar ik weet nog wel dat het Genootschap in de eerste plaats een ondersteunende functie had. Zoals onze voorzitter laatst nog een verslaggever van Het Parool toevertrouwde: "We komen minstens één keer in de tien jaar bijeen - maar we blijven alert!"

Overigens worden de belangen van het Genootschap op heden meer dan adequaat vertegenwoordigd door de Gebroeders Kleppe, die hier vandaag aanwezig zijn: als ere-leden van het Genootschap (noot: het Genootschap kent uitsluitend bestuursleden en ereleden) vormen zij de nieuwe garde, die in de voorhoede strijdt om het vaandel van Bob Evers hoog te houden en de ware Jan-Bob-en-Arie-geest te verdedigen. Dat hen daarvoor geen zee te hoog gaat en dat zij niet terugdeinzen voor gevaarlijk spel, moge blijken uit een grote nieuwsfoto in datzelfde Parool, waarop zij in benarde omstandigheden zijn betrapt: vastgesnoerd aan een elektriciteitsmast naast een spoorwegtalud. Wie weet hoe zij zich uit deze situatie bevrijd hebben. Op het horloge van een der gebroeders kunnen wij nog juist aflezen dat het kwart voor drie in de middag was op dat moment.

Hier wil ik mij, in een kort terzijde, even richten tot de Bob-Evers-deskundigen in de zaal, zoals daar in ieder geval zijn: John Beringen en Peter de Zwaan, met de volgende vragen:

Ter afsluiting wil ik graag voor deze bijzonder feestelijke gelegenheid verhalen van de eerste en de laatste keer dat ik de schepper van de Bob Evers-boeken ontmoette.

Men kan begrijpen hoe geïntrigeerd wij waren in de schrijver van deze boeken, van wie alleen een onduidelijk, half op de rug genomen fotoportret beschikbaar was, waarop hij met een kromme pijp in de mond, gehuld in een lambskin hes, in gebogen houding zit te typen op een idioot kleine portable voor het raam op welks kozijn een namaak scheepslantaarn staat. Hij draagt een bril en heeft een soort kepie of kalotje op zijn hoofd.

Wie was die man?

We stelden ons de schepper van al dat geluk voor als een gepensioneerde oude schoolmeester, in een klein huisje met een keurig rozentuintje, of op zijn hoogst, naar het model van Jans vader, als een majoor in ruste - iemand die bezijden de wereld leefde, en alleen met zijn eigen schepselen verkeerde.

Niemand kon ons wat meer over de schrijver vertellen; brieven aan de uitgeverij bleven onbeantwoord, of we kregen een formeel stencil terug, waarin geen feitelijke gegevens werden losgelaten.

Tot ik begin zeventiger jaren Peter Muller leerde kennen, die enige literaire genootschappen in huis wilde halen (Bomanskring, Dickens-genootschap, etc.). Bij toeval kwam het gesprek op Willy van der Heide, en toen bleek dat hij Waterman goed kende. Hij liet ons een bandje horen waarop de schrijver met bulderende stem woeste zeemansballaden zong.

Via Muller, die ook wel iets voelde voor de oprichting van een Bob Evers Genootschap, kregen we een tijdelijk adres van de meester: een schip aan hetneinde van de Prinsengracht. Niemand thuis natuurlijk op het afgesproken uur. Op de treeplank hing een briefje:

WILLEN Bezoekers, Bestellers, Belangstellenden, Bezetenen, Bedouïnen of wie ook
DIE MIJ NIET THUIS TREFFEN
A L S J E B L I E F T
een briefje, hoe summier ook, in de bus doen?
Goedwillende buren verstrekken de meest verbijsterende signalementen, waar ik echter nachten wakker van lig.
Wat dacht U van:
"Keurige heer met snor en dame met paardestaart."
Zoek dan maar uit.
Briefjes plus potlood aan touwtje in de bus.
Willem.

Bij enige navraag in de buurt, geheel in de geest van onze drie helden, hoorden we dat we de meester het meest waarschijnlijk konden vinden in Café De Oude Wester, op de hoek van de Prinsengracht en de Rozengracht, vlak onder de toren.

En daar zat hij ook. Een grote man met een rafelige snor en een scheepspet op en een stem die tot buiten hoorbaar was, gekleed in een corduroy broek, een militair hemd en een houtje-touwtje-jas. Nadat hij, à la Arie Roos, een dubbele biefstuk die helemaal zwart werd gestrooid met peper had verorberd, ging hij ons voor naar zijn schip, waar een gezellig potkacheltje werd aangestoken en waar hij zijn gasten blikken ham en blikken ananas aanbood - alweer precies als in de boeken.

Willy van der Heide, berucht als Willem W. Waterman, was een kleurrijker persoonlijkheid dan wij in onze stoutste dromen hadden kunnen vermoeden, veel wilder dan de boeken, turbulenter dan alle boeven- en jongenskarakters tezamen van die reeks, met behoud van de krankzinnige charme en aantrekkelijkheid van beide categorieën.

Over wat ik in de daaropvolgende jaren allemaal met Waterman beleefd heb - echte avonturen, en als ze dat niet waren, kregen de gewoonste handelingen en gebeurtenissen bij hem toch altijd het karakter van een wild avontuur - zouden vele boeken te schrijven zijn.

De laatste keer dat ik Waterman heb gezien, woonde ik al in Italië. Hij kwam mij twee weken opzoeken in Bellagio, in welke tijd hij een nieuwe Bob Evers wilde schrijven. In alle voorgaande jaren had ik hem nooit meer zien eten - alleen drinken. Vanaf het moment dat hij zich aan het werk zette, dronk hij geen druppel alcohol meer, maar smeerde hij dikke boterhammen met boter, ham en schijfjes ui, en zette hij aan de lopende band potjes thee. Op mijn verzoek zou het nieuwe deel aan het Como-meer spelen, en zouden de jongens in een Citroën DS rijden - met zijn hydraulisch veersysteem aanleiding voor eindeloze grappen over het gewicht van massa Roos.

Hij woonde in de hotelkamer naast de mijne, op de bovenste verdieping van een in de late winter overigens nog onbewoond hotel. Uit de keuken hadden we een wankel tafeltje geleend voor hem om op te typen. Het was maar goed dat het hotel niet bewoond was, want tijdens het werk ging Waterman als een bezetene te keer: hij bonkte op de handslagmachine, het tafeltje wankelde en klapperde tegen de muur, en hij schreeuwde enthousiast de teksten uit die hij, aus einem Guss, opschreef.

We hadden een goede tijd. Wandelden door de Melzi-tuinen (Waterman was erg geïnteresseerd in de subtropische flora; hij nam heel wat stekjes mee naar huis), praatten over vrouwen (de eerste avond had hij in het hem vreemde stadje al een leuk meisje versierd) en literatuur (nooit over de Bob Evers-boeken), en deden allebei ons werk.

Een half jaar later - inmiddels had hij weer plannen gemaakt om mij, nu voor een langer verblijf, te komen opzoeken in Lucca - kreeg ik via infame kranteberichten te horen dat hij dood was.

We vieren vandaag de vijftig-jarige Bob Evers, die nog allerminst in een midlife crisis verkeert. Laten we daarbij niet vergeten zijn geestelijke vader te herdenken: ook al is het nog vroeg in de morgen - een dronk op Willy van der Heide en lang leven onze drie vrienden: Jan, Bob en Arie!

Geerten Meijsing

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Op de jubileumdag, zaterdag 2 oktober 1993 te Apeldoorn, is de bovenstaande rede uitgesproken door Coen van der Linden, lid van het Bob Evers Genootschap, aangezien de auteur, evenals Genootschapsvoorzitter Peter Muller, verhinderd was.

Voor een bespreking van de door Geerten Meijsing opgeworpen vraag omtrent de ontsnapping uit de kelder in San Francisco, zie de pagina's Verwarring rond een waterdruk en Druk met waterkracht. De Buickwielenkwestie wordt uitgeplozen in Het zesde wiel aan de wagen.

Lees ook Stampij om een schrijfwijze over de lange IJ in Stampij om een schuiftrompet.

+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+-+

Terug naar de hoofdpagina van de "Duizend-en-enige hoofdstukken over Bob Evers"

Paginabaas:

Paul Vinkenoog <paul_op_vinkenoog_punt_nl>