Buikmans is nog dikker dan Arie
Mijn favoriete koffer is van varkensleer
door Henk Bergman
 

 
 Er was een tijd dat mijn oudste zoon (ook een Bob Evers-liefhebber) en 
ik regelmatig aan tafel de volgende zin citeerden, tot onbegrip van onze 
huisgenoten:
 
Er was een tijd dat mijn oudste zoon (ook een Bob Evers-liefhebber) en 
ik regelmatig aan tafel de volgende zin citeerden, tot onbegrip van onze 
huisgenoten:
'Tot op heden is Arie Roos vermoedelijk houder van het Schevenings 
record voor het verwekken van een zo groot mogelijke paniek in zo kort 
mogelijke tijd... en met zo weinig mogelijk hulpmiddelen.'
We vonden dat beiden zo'n mooie typische Van der Heide-zin: iets 
onzinnigs op een quasi-serieuze manier verwoorden.
Wie mijn bijdrage in de vorige Bob Evers-Nieuwsbrief over de jacht op 
het Grimbos-goud heeft gelezen, zal het niet verbazen dat mijn favoriete 
Bob Evers-boek van de op zich staande titels (die dus geen deel uitmaken
 van een serie van drie) Kabaal om een varkensleren koffer 
is, waaruit bovenstaande zin afkomstig is. De reden? Misschien omdat dit 
het eerste Bob Evers-boek is dat ik ooit las... Maar belangrijker is wat 
ik in het verhaal over de Grimbossen al aangaf: het verhaal speelt in 
een voor mij bekende omgeving. Ik kwam in die tijd regelmatig bij mijn 
oma in Den Haag en bij die bezoekjes gingen we altijd ook wel even naar 
Scheveningen. (Als Amsterdams jongetje was ik jaloers op de Gevers 
Deynootweg. Zulke mooie straatnamen hadden wij niet...) Tegenwoordig kom 
ik veel in Den Bosch en omgeving, waar het verhaal zich voor een 
belangrijk deel afspeelt.
Kabaal om een varkensleren koffer is een van de twee 
boeken uit de serie waarin Bob niet aanwezig is en waarin Arie en Jan 
het alleen opknappen. (Het andere is Tumult in een 
toeristenhotel.) Dat wordt verklaard door het feit dat het 
verhaal in de - korte - pinkstervakantie speelt en Bob er gewoon niet 
bij kan zijn.
 
Klassiek
De eerste hoofdstukken uit Kabaal om een varkensleren 
koffer behoren mijns inziens tot de klassieke stukken uit het 
Van der Heide-oeuvre. Alle ingrediënten voor een pittig avontuur 
worden daar systematisch en in een hoog tempo aangedragen: in de 
pinkstervakantie dorstig en hongerig op het station van Utrecht 
zonder geld zitten terwijl het bloedheet is, aangesproken worden door 
een onbekende man die vraagt of je tegen beloning een koffer naar 
Scheveningen wilt brengen, bij aankomst in het pension bemerken dat 
degene aan wie je de koffer moet afleveren (een zekere heer Buikmans) 
niet aanwezig is, aangesproken worden door een man in een groen pak 
die ook in het pension logeert en zegt een goede vriend van Buikmans 
te zijn, daar niet op ingaan maar wel gebruik maken van het aanbod 
van deze Groene Man om zich op zijn kamer op te frissen, daar door 
hem worden opgesloten en hem er vandoor zien gaan met de koffer en 
dan: raam open en paniek maken in Scheveningen!
 
Zwakke punten
Hoewel het dus een van mijn favoriete boeken is ben ik niet blind voor 
enkele zwakke punten in het koffer-verhaal. Zo is het eigenlijk niet 
goed te begrijpen dat de man met het zwarte snorretje (die later de 
procuratiehouder Van Busekom blijkt te zijn) de koffer met de papieren 
- die cruciaal zijn in het proces van Buikmans tegen de 
Handelsmaatschappij Nederland-Duitsland N.V. - zo maar aan twee vreemde 
jongens - ook al lijken dat onschuldige kampeerders - meegeeft.
Ook niet erg waarschijnlijk is dat de Afghaanse windhond die de 
jongens 's ochtends in het bos van Vught wekt precies de windhond van 
de Groene Man is naar wie ze op zoek zijn.
 
Vergelijken
Laat ik hieronder, net als bij de Grimbos-geschiedenis, de 
oorspronkelijke tekst (ik bezit de tweede druk van de gebonden editie 
uit 1954) vergelijken met de pocketeditie die ik heb (vijfde druk, 
1967). 
- 
 Het omslag van de gebonden editie bevat dezelfde fout als dat van 
Een motorboot voor een drijvend flesje (zie vorige 
BE-Nieuwsbrief). We zien de potsierlijk dikke Buikmans met daarachter 
de drie jongens... van wie er dus maar twee werkelijk in het verhaal 
aanwezig zijn. Daarnaast klopt de kleding van Buikmans maar gedeeltelijk 
met de beschrijving die Van der Heide daarvan in het boek geeft: 'een 
hardgeel, kort broekje met paarse riem' en 'een paars-met-geel Amerikaans 
swinghemd vol met saxofoons, drums, negers en microfoons'. Het omslag van de gebonden editie bevat dezelfde fout als dat van 
Een motorboot voor een drijvend flesje (zie vorige 
BE-Nieuwsbrief). We zien de potsierlijk dikke Buikmans met daarachter 
de drie jongens... van wie er dus maar twee werkelijk in het verhaal 
aanwezig zijn. Daarnaast klopt de kleding van Buikmans maar gedeeltelijk 
met de beschrijving die Van der Heide daarvan in het boek geeft: 'een 
hardgeel, kort broekje met paarse riem' en 'een paars-met-geel Amerikaans 
swinghemd vol met saxofoons, drums, negers en microfoons'.
 De pocketeditie maakt de fout van de drie jongens niet: daarop staat een 
afbeelding van Arie en Jan, die aan het eind van het avontuur bij 
Giethoorn met een vuurwapen worden bedreigd door mevr. Straperli, de 
echtgenote van de Groene Man.
 
- Op blz. 7 van de gebonden editie zegt Jan: 'Je had niet over honger 
moeten beginnen. Dat is niet interessant genoeg'. In de pocketeditie is 
daaraan toegevoegd: 'Zeker niet in een welvaartsstaat.'
 
- Op blz. 11 van de gebonden editie staat iets wat naar mijn idee 
niet kan. De jongens hebben even tevoren 25 gulden gekregen van de man 
met het zwarte snorretje in de Skoda: hun beloning voor het brengen van 
de koffer van Utrecht naar Scheveningen, waarvan ze ook de kosten moeten 
betalen. Arie zegt dan: 'We verdienen op deze reis zeker een tientje de
man.' Dat lijkt me onmogelijk, zelfs in 1954. Van die Fl. 25 hebben ze 
eerst twee koppen koffie en drie broodjes rosbief de man betaald en 
moeten ze ook nog de treinreis naar Den Haag en de tram naar Scheveningen 
financieren.
 In de pocketeditie is deze passage op één punt gewijzigd. 
Daar wordt gesproken van 'bijna' een tientje in plaats van 'zeker' een 
tientje. Maar ook bijna een tientje verdienen met deze kosten was anno 
1967 niet goed mogelijk.
 
- In de gebonden editie is nog sprake van een auto met een N-nummer, 
afkomstig uit Noord-Brabant. In de pocket is dat veranderd, want dat 
systeem van autoregistratie bestond toen niet meer. Nu vindt Arie het 
vreemd dat de auto van de man met het zwarte snorretje gekocht is in 
Breda, terwijl deze zegt dat hij in Nijmegen woont.
 
- Op blz. 11 van de gebonden editie noemt Jan Arie een 'uil'. In de 
pocket is dat geworden een 'dikke uil'.
 
- In de gebonden editie (blz. 14) kost een taxi van Den Haag naar 
Scheveningen nog 'minstens een riks'; in de pocket is dat 'minstens 
vier piek'.
 
- In de gebonden editie (blz. 21) is de politiepost gevestigd aan de 
Gevers Deynootweg; in de pocket is dat de Duinstraat geworden. Op blz. 
22 rijdt een jeep van de politie met gillende sirene de boulevard af, 
terwijl dit in de pocket de Nieuwe Parklaan is geworden.
 
- Flink wat verder in het verhaal, op blz. 84 van de gebonden editie, 
vraagt Jan aan twee politiemannen in Vught of die een donkergroene 
Packard two-seater hebben gezien (waarin de Groene Man zich verplaatste, 
maar die eigendom is van de Freule van Laeielier en die de dag daarvoor 
gestolen blijkt voor het hotel van De IJzeren Man in Vught). In de 
pocket is de Packard een donkergroene Austin Healey two-seater geworden.
 
- In Den Bosch bestaat wel de Verwerstraat, maar niet de 
Ververstraat. Een geboren en getogen Bosschenaar die ik 
raadpleegde herinnerde zich dat er in Den Bosch inderdaad een 
Wilhelmina-hotel was (waar mevr. Straperli logeert), echter niet in de 
Verwerstraat, maar in de Hinthamerstraat / hoek St. Jacobstraat. Er 
bestond ook een garage Vullinghs (waar mevr. Straperli haar auto laat 
repareren), inderdaad in de Vughterstraat.
 
- Het kenteken van de auto van mevr. Straperli is veranderd van 
N-359576 in PS 17-48. De wagen die de monteur beschrijft is overigens 
in beide edities 'een donkerblauwe open Talbot-racewagen van 1937 met 
electrische (elektrische) versnelling' - en dat had in de pocket 
natuurlijk aangepast moeten worden. In beide edities staat hier wel 
weer een van mijn favoriete Van der Heide-omschrijvingen: 'Haar idee 
van reizen is een soort tournee van garage naar garage.'
 
- Op pagina 187 van de gebonden editie staat een lelijke spelfout: 
'gijntjes' in plaats van 'geintjes'. Is in de pocket hersteld.
 
- Ook hier - zoals in de hele serie - de wijzigingen wat betreft 
de voedsel- en drankmerken. Op blz. 206 van de gebonden versie vindt 
Arie kaas en Haust-toast. In de pocket is dat veranderd in 
Droste-flikken en London-tonic. Uiteraard is ook elders in de pocket 
alles wat met Coca Cola te maken heeft geschrapt.
PS 1. Nog even snel gekeken in de laatst verschenen pocketuitgave 
van Kabaal (20e druk). Gelukkig! Arie Roos is nog steeds 
houder van het Schevenings record voor... enz.
PS 2. Een kleine correctie op mijn bijdrage aan de vorige BE 
Nieuwsbrief. De juiste spelling is American Hotel (in Motorboot 
voor een drijvend flesje).
 
	
	Bergman-pagina's: vorige | 
	index |
	volgende
	

Bovenstaand artikel verscheen eerder in de de 
Bob Evers Nieuwsbrief van juli 1994.
De auteur:
Henk Bergman 
<h.bergman_op_tip_punt_nl>
Postbus 327
1900 AH Castricum
tel. 0251-655703 (na 19.00 uur)
fax 0251-658056
Reakties zijn van harte welkom.

 
Terug naar de hoofdpagina van de
"Duizend-en-enige hoofdstukken over Bob Evers"
 
Paginabaas:
Paul Vinkenoog 
<paul_op_vinkenoog_punt_nl>