Bergman-pagina's: vorige | index | volgende |
Toen ik onlangs eens probeerde mij de beste van al die gevechten voor de geest te halen kwam ik spontaan tot het volgende lijstje:
Toen ik vervolgens deze scènes achter elkaar (her)las, vond ik m'n spontane lijstje eigenlijk zo gek nog niet. Het gerotzooi in het huis van Kresse is prachtig, maar wel wat aan de lange kant en van de andere drie vechtpartijen heeft die in het Chinese restaurant eigenlijk alles wat een Evers-vechtpartij opwindend maakt: snelheid, slapstick en onverwachte complicaties. Het is ook een echte ouderwetse knokpartij, in de zin dat vuurwapens een ondergeschikte rol spelen.
'Mogen we niet eerst afeten?', vraagt Hubary nog onverschrokken als hij, Arie en Bob bedreigd worden door de bandieten Rossi en Joe. Om begrijpelijke redenen wordt dat niet toegestaan. Het eigenlijke gevecht begint op zo'n typische Arie-manier: hij moet tweemaal niezen, dat leidt af en dat moment gebruikt hij om zijn bord (met daarop natuurlijk een enorme porti dampende bami) in het gezicht van Rossi te gooien. Die is daardoor maar deels uitgeschakeld en slaat direct fors terug met een welgemikte stoot op de kaak van Hubary. Dit gerotzooi gaat nog een paar bladzijden door en als het daarmee afgelopen zou zijn was de vechtpartij al goed geweest voor een eervolle vermelding.
Maar dan volgt weer zo'n kleine genialiteit van Van der Heide: hij laat een derde partij de arena betreden. De drie Chinezen van het restaurant hebben uiteraard niets van doen met de zaak waarom het allemaal draait: de gestolen juwelen van bankier Praed, maar het gevecht krijgt een nieuwe dimensie als een van hen met een koekenpan gaat meppen.
En Van der Heide's brille gaat nog verder. Hij voert de Chinezen niet alleen op omdat ze - logisch - hun eigendommen willen beschermen, maar er is ook nog iets met ze aan de hand. Ze hebben die middag met z'n drieën een tweedehands auto gekocht voor negenhonderd dollar. Na de koop is echter gebleken dat één van de drie een dag eerder naar de verkoper is gegaan met de vraag of hij tien procent kan verdienen als hij een klant aanbrengt. Dat is hem beloofd. De drie Chinezen zijn door het zakelijk dispuut dat ze al de hele middag hebben gevoerd over de afwikkeling van deze affaire juist genoeg (over)verhit geraakt om een knokpartijtje met vreugde te verwelkomen. En dus kan het gevecht zich met verhevigde kracht voortzetten.
Ik kreeg zin om een robbertje mee te vechten.
Bergman-pagina's: vorige | index | volgende
De auteur:
Henk Bergman <h.bergman_op_tip_punt_nl>
Reakties zijn van harte welkom.
Terug naar de hoofdpagina van de
"Duizend-en-enige hoofdstukken over Bob Evers"
Paginabaas:
Paul Vinkenoog <paul_op_vinkenoog_punt_nl>