Bergman-pagina's: vorige | index | volgende |
Op een zondag in mei maak ik de oversteek naar het Kaageiland. Ik ben er bijna 37 jaar niet geweest. In de zomer van 1962 vertoefde ik twee weken op de plaatselijke zeilschool. Daarvan herinner ik me nog veel en één ding in het bijzonder: hoe ik op een middag in de boot ergens midden op de plas op het draagbare radiootje van de zeilinstructeur de nieuwslezer de mysterieuze dood van Marylin Monroe hoorde meedelen.
Ik ben te vroeg voor de afspraak en maak daarom eerst een ronde over het eiland. De Paddestoelen zie ik zo gauw niet; natuurlijk heb ik de vorige dag wel de betreffende passage in Een motorboot voor een drijvend flesje nog even herlezen. Tante Kee blijkt van een pannekoekenhuis te zijn omgetoverd in een duur restaurant. 't Kompas is er nog, maar de Bontekoe heeft plaatsgemaakt voor nieuwe huizen.
Een half uur later zit ik bij Ankie Schilperoort op zolder. Mijn oog valt direct op de serie Bob Evers-exemplaren met vrijwel geheel gave stofomslagen. Ik watertand. Bij telling blijken het er 22 te zijn. De exemplaren die ik zelf nooit heb kunnen bemachtigen staan ook hier niet: Lotgevallen rond een locomotief en Cnall-effecten in Casablanca. Ik grijp naar Stampij om een schuiftrompet, het deel waarin de virtuoze klarinettist aan wie deze zolder toebehoorde (hij overleed in 1990) zo nadrukkelijk aanwezig is. Er staat een opdracht in:
'Dit exemplaar is speciaal opgedragen aan Peter Schilperoort (rattenvanger met fluit) om redenen die uit dit boek duidelijk genoeg spreken.'De datum is een eeuwigheid terug: 26 Mei 1959 (de namen van de maanden werden toen nog met een hoofdletter geschreven). Ook flink wat andere delen bevatten een opdracht, maar dan een korte: 'Dit exemplaar is opgedragen aan Peter Schilperoort' of kleine varianten daarop.
Naast de gebonden Bob Evers-titels staan een flink aantal pocketuitgaven, een stapeltje Bob Evers Nieuwsbrieven en drie boeken van Willem Waterman: Amerika filmt, Wie zei dat je in dezen tijd niet kon lachen? en De smokkelvaart van de MAIA. Uit het laatste boek steken twee brieven, en omdat Ankie me toestemming heeft gegeven om alles te bekijken wat ik wil, lees ik ze zonder gêne. De eerste is er een van 8 februari 1973 en opent als volgt:
'Genie, ingesloten een exemplaar van het zopas verschenen boekwerkje DE SMOKKELVAART VAN DE MAIA, verlucht met enkele foto's, waarop jouw mombakkes prijkt.'Even verderop volgt een bekentenis:
'Ik heb enige geschiedvervalsing móéten toepassen.'De brief is geschreven op papier met als briefhoofd W.H.M. van den Hout, Prae-adviseur voor psychiatrie.
De tweede brief dateert van 11 mei 1977. Bovenaan staat in sierlijke letters: Joke
Raviera; daaronder prijkt haar portret.
'Waarde Schilperoort', zo schrijft Willem Waterman, 'Bijgaand een exemplaar van
de Roof der Sabijnse Maagden. Is dit geen prachtuitgave? O ja. Ik
ben zelf óók Joke Raviera. Dat is de juffrouw die (zogenaamd) de
sexbrieven beantwoordt in CANDY. Heerlijk gevoel om ook Joke Raviera te zijn.
Maar als Sylvia Sillevis had ik al enige mentale training in die richting.'
De brief besluit als volgt:
'Wil je me eens opbellen voor een ouderwetse kletsavond? Meest hartelijke groeten aan je moedige vrouw (de wijven die ons trouwen verdienen een apart soort decoratie). Beste wensen en groeten voor een lang en lallend leven.'Kan het Watermanser?
P.S. Na de zolderexpeditie nam Ankie me mee naar het huisje waar hij een groot deel van de Bob Evers-titels schreef. Indertijd hing aan elke tak van de enige boom in de tuin een lege jeneverfles. Ook had hij een aantal rode lichtjes opgehangen en als die brandden mocht je niet aanbellen want dan had hij damesbezoek. Daarna ook de Paddestoelen bezocht. De 'echte' is de zesde van rechts aan de achterkant. Ik zie de scène voor me. |
Bergman-pagina's: vorige | index | volgende
De auteur:
Henk Bergman <h.bergman_op_tip_punt_nl>
Reakties zijn van harte welkom.
Terug naar de hoofdpagina van de
"Duizend-en-enige hoofdstukken over Bob Evers"
Paginabaas:
Paul Vinkenoog <paul_op_vinkenoog_punt_nl>